Car Free Day 2K18

dinsdag 1 december 2015

31 keer energiebesparen in keuken en badkamer

Kookplaten
1. Pas de grootte van de kookpan aan aan de doormeter van je elektrische kookplaat.
2. Schakel enkele minuten voor het einde van de bereiding de kookplaat en/of de oven uit en maak zo gebruik van de restwarmte.
3. Gebruik enkel kookpannen met een vlakke en goed geleidende bodem op een elektrische kookplaat.
4. Gebruik indien de bereiding het toelaat een deksel.
5. Gebruik zo weinig mogelijk water om te koken.
6. Onderhoud de branders van een gaskookplaat.
7. De vlam van een gaskookplaat hoort onder en niet naast de kookpan.
Oven
8. Ga je oven niet onnodig voorverwarmen.
9. Open tijdens de bereiding de oven niet te lang en niet te vaak.
10. Als je een oven hebt met een pyrolytische reiniging, zet die dan niet op na elke kookbeurt. Als je de oven reinigt, moet je dat wel vlak na de bereiding doen, want dan heeft de oven nog een hoge temperatuur.
Microgolfoven
 
11. Tracht zo veel mogelijk gerechten te bereiden in de microgolfoven. Die verbruikt immers minder dan de kookplaat of de oven.
12. Gebruik geen metalen pannen of alu-schoteltjes in de magnetron, ook al verbiedt de fabrikant het niet. Metaal weerkaatst de golven, waardoor de bereidingstijd langer wordt.
Afzuigkap en vaatwasser
13. Was regelmatig de filters van de afzuigkap. Een overtollige vetlaag laat minder lucht door en vermindert het rendement.
14. Stel een vaatwasser pas in werking wanneer hij volledig gevuld is. Pas bij kleine hoeveelheden de spaarprogramma's toe.
15. Laat de vaatwasser 's nachts draaien tegen het goedkoop tweevoudig uurtarief.

Koelkast en diepvriezer
 
16. Stel een koelkast en een diepvriezer nooit op in rechtstreeks zonlicht of in lokalen waar de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
17. Ontdooi regelmatig de diepvriezer en de koelkast. Een rijplaag verhoogt het stroomverbruik.
18. Laat alle gerechten goed afkoelen voor je ze in de koelkast legt. Zo vermijd je het vormen van een nieuwe rijplaag en zo moet de koelkast niet extra werken om de warmte af te voeren.
19. Laat de deur van de koelkast en van de diepvriezer niet langer openstaan dan nodig is. Controleer regelmatig of de deur goed sluit.
20. Hou de sluitring van de koelkast zuiver. Het dichtingsrubber gaat langer mee indien je het af en toe met talk inwrijft.
21. Plaats de diepvriezer liefst in een koude plaats.
22. Maak indien mogelijk en bij kleine hoeveelheden gebruik van het spaarprogramma van je diepvriezer.
23. Vul de lege ruimte in de diepvriezer op met piepschuim. Zo moet er minder lucht gekoeld worden.
24. Maak regelmatig de condensbuisjes aan de achterzijde van de diepvriezer proper.
25. Kies een zuinige diepvriezer. Als je over een oude "energieverslinder" beschikt, kan je geld sparen door je een nieuw en zuinig toestel aan te schaffen.

De wasmachine en de linnendroger
 
26. maak indien mogelijk gebruik van een spaarprogramma met lagere watertemperatuur of met minder waterverbruik.
27. Sla de voorwas over bij licht bevuilde bonte was.
28. Zwieren op hoog toerental of intervaldroogzwieren zal veel energie besparen bij drogen in linnendroger.
29. Laat de wasmachine en de linnendroger bij voorkeur tijdens het goedkope nachttarief werken. Best m.b.v. een tijdschakelaar machine laten werken tegen de ochtend aan zodat het wasgoed niet te lang gewassen in de machine moet liggen.
30. Reinig regelmatig de filter van de linnendroger.
31. Een elektronische machine kost meer, maar de meerprijs kan je terugverdienen omdat de machine niet langer werkt dan nodig is. Elektrische apparaten in keuken, badkamer en wasplaats.

Geen opmerkingen: