Duitse metaalarbeiders staken voor 5,5% opslag

​Vergadering in de fabriek van Audi in Ingolstadt op 4 februari, tijdens de werkonderbreking van de 13.000 werknemers.

 

In België zeggen werkgevers en regering dat de lonen niet mogen stijgen, "om niet sneller te gaan dan onze buren". Maar de OESO verwacht een gemiddelde loonsverhoging van 4,7% bij onze buren. En de Duitse metaalarbeiders eisen zelfs 5,5%. 

Sinds 29 januari vechten de Duitse metaalarbeiders voor een nieuw loonakkoord. In 2013 kregen ze een opslag van 3,4% en in 2014 van 2,2%. Dit jaar vragen ze 5,5%. De vakbond IG Metall legt uit: "In 2014 heeft de metaal- en elektronica-industrie 52 miljard euro winst gemaakt. De 5,5% loonsverhoging die we eisen voor de 3,7 miljoen werknemers in de sector, zou de bedrijven 12 miljard euro kosten. Dat is 1,2% van hun omzet." Maar de werkgevers stellen een opslag van 2,2% voor "om hun concurrentiekracht niet te verliezen". De baas van VW (115.000 werknemers) weigert zelfs een voorstel op tafel te leggen.  Dat is onaanvaardbaar voor de werknemers. Want door wie is de omzet zo gestegen? "Zonder de werkende mensen staan de machines stil, ook de modernste. Wij creëren de rijkdom, wij willen er ons deel van!"  

Het is daarom dat sinds 30 januari meer dan 300.000 metaalarbeiders waarschuwingsstakingen houden in meer dan 1.800 grote bedrijven in Duitsland. Tijdens een vergadering in Pforzheim op 3 februari benadrukte IG Metall-vicevoorzitter Jörg Hofmann ook dat "de Duitse economie nood heeft aan een relance van de vraag. En die kan enkel komen van een loonbeleid".